Straalverbinding
Is er op uw locatie geen goede vaste verbinding beschikbaar dan is een straalverbinding wellicht de oplossing.
Maar wat is een straalverbinding?
Een straalverbinding is een digitale radioverbinding tussen twee punten die gebruik maakt van elektromagnetische golven om het datasignaal over te dragen. Beide eindpunten worden uitgerust met een zender en ontvanger. Het aangeboden datasignaal wordt in de zender gemoduleerd op een radiosignaal en aan de andere zijde in de ontvanger weer gedemoduleerd. Elke verbinding bestaat dus eigenlijk uit twee parallelle radioverbindingen: een verbinding van A naar B en een verbinding van B terug naar A. Hierdoor zijn de verbindingen geleverd door Tele2, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de meeste draadloze ethernet oplossingen zoals Wi-Fi, full-duplex.
Om een dergelijke straalverbinding te mogen plaatsen is per verbinding een vergunning nodig van het Agentschap Telecom (onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken). Hiervoor heeft de leverancier Tele2 de exclusieve rechten op een bepaalde zend- en ontvangstfrequentie, zodat voor een straalverbinding een zelfde Service Level Agreement afgesloten kan worden als voor een verbinding via glasvezel.
Diensten via radioverbindingen kunnen geleverd worden met diverse koppelvlakken en capaciteiten van 2 tot 800 Mbps. De maximaal haalbare afstand hangt af van de frequentieband en de benodigde capaciteit. Tele2 levert straalverbindingen over afstanden van meer dan 30km.
Het gebruik van straalverbindingen heeft een groot aantal voordelen:
- Schaalbaar van 10-1 Gbps
- Zeer betrouwbaar en veilig
- Geen interferentie door andere gebruikers in dezelfde frequentieband
- Ideaal voor tijdelijke verbindingen
- Snelle implementatie
- Geen gezondheidsrisico’s
- Meerdere koppelvlakken gelijktijdig mogelijk over één radioverbinding
Line of sight
Een absolute voorwaarde voor een betrouwbare straalverbinding is een goede zichtverbinding, een zogenaamde ‘Line of Sight’, tussen de twee eindpunten. De energie die wordt uitgezonden door de richtantennes verplaatst zich niet in een rechte lijn naar de andere zijde, maar door een gebied dat de fresnel zone wordt genoemd. Hoe hoger de frequentie en hoe korter de verbinding, hoe smaller de fresnel zone is. Bij een goede Line of Sight is er een ‘blokking’ van maximaal 40% van de onderste helft van de fresnel zone.
Objecten dicht bij de eindpunten veroorzaken dus minder snel blokking dan objecten die in het midden tussen de twee eindpunten staan. Tele2 zal altijd, voordat een verbinding opgebouwd wordt, een professioneel Line of Sight onderzoek uitvoeren om er zeker van te zijn dat een verbinding aan de kwaliteitsnormen voldoet.
Kleine objecten in de Line of Sight hebben geen invloed op de verbinding. Zo zijn bijvoorbeeld vogels, elektriciteitskabels, bovenleidingen etc. niet van belang. Wel kunnen bouwkranen de verbinding negatief beïnvloeden.
Betrouwbaarheid
De betrouwbaarheid van een Tele2 straalverbinding is zeer hoog. Naast een goede zichtverbinding zijn ook factoren als hardware-keuze, frequentieband, antennetype, zendvermogen en de kwaliteit van de installatie van groot belang. Tele2 ontwerpt straalverbindingen altijd met een minimale jaarlijkse radiobeschikbaarheid 99.999%. Dit betekent dat in het slechtste geval een verbinding in theorie maximaal vijf minuten per jaar down zou kunnen zijn ten gevolge van neerslag of andere atmosferische invloeden. Echter bovenop deze standaard zeer hoge beschikbaarheid maakt Tele2 in het geval van Ethernetverbindingen gebruik van aanvullende technologieën zoals ATPC (Automatic Transmission Power Control) en ACM (Adaptive Code Modulation) waardoor zelfs deze minimale downtime wordt voorkomen.
Aangezien Tele2 haar eigen radioplanning verzorgt kan van tevoren precies uitgerekend worden welke mate van betrouwbaarheid een bepaalde set aan apparatuur op een bepaalde afstand zal geven. In tegenstelling tot draadloze oplossingen in de zogenaamde ISM-banden (2,4GHz, 5,3-5,8GHz) is er geen interferentie door andere systemen mogelijk omdat Tele2 exclusieve licenties heeft voor het gebruik van een bepaalde frequentie tussen twee eindpunten. Hierdoor kan Tele2 wél een carrier grade SLA garanderen.
Fysiek domein
Klantlocatie / End User Access
Een Tele2 radioverbinding bestaat qua installatie uit diverse onderdelen:
- Een 48 Volt voeding.
- Een binnen-unit waar de voeding wordt aangesloten en de data interfaces worden uitgekoppeld.
- Een buiten-unit (zender/ontvanger) die achter op de antenne wordt gemonteerd.
- Een richtantenne (schotel van bijvoorbeeld 30 of 60 cm) die de uitgezonden en ontvangen energie sterk bundelt om met zo weinig mogelijk vermogen een zo groot mogelijke afstand te overbruggen.
Tussen de binnen-apparatuur en de apparatuur op het dak wordt een coax kabel aangesloten. Deze kabel levert zowel de voedingsspanning aan de zender/ontvanger als het datasignaal dat via de radioverbinding verstuurd moet worden. De maximale lengte van deze kabel is 300 meter.
De antenne kan op diverse manieren bevestigd worden. Vaak gebeurt dit op een gegalvaniseerde stalen paal, driepoot of mast. De gekozen constructie hangt af van de maximaal te verwachten windlast. Elke constructie van Tele2 is doorgerekend op de maximale belasting zodat ook bij extreme weersomstandigheden antennes in de juiste richting blijven staan.
In sommige gevallen is het plaatsen van een antenne op een gebouw lastig. Denk hierbij aan monumenten of architectonisch zeer bijzondere gebouwen. Tele2 heeft door de jaren heen veel ervaring opgedaan met het camoufleren van antennes. Onder andere door ze een bepaalde kleur te geven of ze weg te werken in de gevel achter een speciaal hiervoor ontworpen gevelelement (bijvoorbeeld een rooster).
Alle geplaatste apparatuur; de zenders, bekabeling, voedingen, antennes, masten blijven eigendom van de leverancier. Als na beëindiging van het contract niet opgehaald kunnen worden, zullen de kosten hiervoor in rekening worden gebracht.
Radio netwerk
Dit is het radio netwerk waarin de leverancier haar zenders en ontvangers opereert. Op de gebruikte licenties is door het Agentschap Telecom een licentie verleend aan de netwerkleverancier.
Interconnectie met 4CareTelecom
Via diverse interconnecties zijn de netwerkleverancier gekoppeld met het 4Care Telecom netwerk. Over deze interconnecties komen de EVC’s vanaf het transport netwerk van de leverancier het 4Care Telecom netwerk binnen.
Veiligheid
Omdat de soms kritische data via de lucht wordt overgebracht tussen twee punten lijkt de kans op ‘aftappen’ van data een reëel probleem. Toch is dat juist niet het geval. Op de data wordt encryptie toegepast zodat deze niet ‘leesbaar’ is voor anderen. Verder is het technisch zeer lastig om tussen de twee eindpunten een ‘aftappunt’ te plaatsen omdat de straal tussen beide punten smal is, het uitgezonden vermogen laag en de modulatievorm van het radiosignaal zeer complex.
Het ‘invoegen’ van data is technisch al helemaal onmogelijk. Zodra een extra zender (op de juiste frequenties, de juiste modulatievorm en de juiste encryptie) tussen de twee eindpunten geplaatst wordt, functioneert de radioverbinding niet meer naar behoren en wordt het NOC van de leverancier direct gealarmeerd.
Het feit dat over de hele wereld banken, politie en defensie op grote schaal gebruik maken van straalverbindingen is wellicht het grootste bewijs dat een radioverbinding een veilig medium is voor vertrouwelijke informatie.
Gezondheid
Tegenwoordig zijn de risico’s van radiogolven voor de volksgezondheid een terechte zorg. Er is echter nogal een groot verschil tussen de verschillende radiotoepassingen. Gezondheidsrisico’s hangen samen met de gebruikte frequenties, maar vooral ook met het uitgestraalde vermogen.
Met name doordat het uitgezonden vermogen (ongeveer 130 milliwatt) van een Tele2 straalverbinding zeer laag is, zijn er geen risico’s voor de volksgezondheid. Bovendien wordt het vermogen van de straalverbinding in een zeer smalle bundel uitgezonden zodat de energie buiten het radiopad al helemaal verwaarloosbaar is. Zelfs indien iemand direct voor een radioverbindingsantenne staat wordt de norm voor elektromagnetische energie niet overschreden. Voor meer informatie kun je terecht op www.nationaalantennebureau.nl.
Logisch domein
Dit betreft de Ethernet Virtual Circuits (EVC’s). Dit is een verbinding waarover FM Telecom een (internet) access of een IPVPN dienst levert vanaf het interconnectiepunt bij FM Telecom tot aan de managed NTU van de netwerkleverancier. Een managed CPE maakt indien gewenst onderdeel uit van deze dienst. EVC’s zijn er in verschillende bandbreedtes in de premium variant (Class of Service).
Klantlocatie
Op de klantlocatie wordt door de netwerkleverancier de benodigde zendapparatuur, antennes en een NTU geplaatst. De locatie voor de apparatuur wordt tijdens de site-survey bepaald.
De managed NTU is een onderdeel van de radio oplossing. De EVC’s worden typisch getermineerd op één poort. FM Telecom gebruikt PPPoE op haar verbindingen. FM Telecom plaatst zelf een CPE achter de NTU.
Eigenschappen van een CPE:
- Ethernet gebaseerd
- 100 Mbps / Full duplex op de WAN poort
- PPPoE ondersteuning
Voorbeelden van CPE’s, gecertificeerd door FM Telecom:
Cisco 881, Cisco 1841 en Cisco 1921